Wat is een thesaurus?
Een thesaurus is een gecontroleerde woordenlijst die allerlei soorten betekenisrelaties tussen woorden legt. Het doel is om verwante begrippen bij elkaar te houden en bij elkaar te zien. Daarnaast helpt een thesaurus om niet-verwante begrippen (homografen) juist uit elkaar te houden.
In een thesaurus heeft elke term een record, waarin alle betekenisrelaties van deze term zijn vastgelegd. De scopenote (begripsafbakening) is hierbij zeer belangrijk. Dit geeft aan wat de betekenis is van dit begrip in deze thesaurus. Het is dus geen beschrijving van alle mogelijke definities van dit woord, maar een zo specifiek mogelijke omschrijving. Zo weet iedereen hoe in deze thesaurus en in deze context dit begrip wordt uitgelegd.
Wat is de AAT?
De AAT staat voor Art & Architecture Thesaurus. Het gaat over alle objecten die door mensen gemaakt zijn. Elke term in de AAT heeft een bronvermelding, waarbij gebruik gemaakt wordt van bestaande termenbronnen.
De AAT is van oorsprong een Engelstalige termenlijst, maar is ondertussen in diverse talen vertaald, waaronder in het Nederlands. Hierdoor kunnen Nederlandse instellingen de collectie internationale ontsluiten. De Nederlandse vertaling wordt geredigeerd door het RKD en is te raadplegen op de website van het Getty Institute.
Waarom de AAT?
Door gebruik te maken van een thesaurus kun je:
- vervuilingen in je collectiebeschrijvingen verminderen / een eenduidige collectiebeschrijving creëren.
- je eigen collectie eenvoudiger aan andere collecties verbinden. Daarmee hoeft het publiek collecties niet meer geïsoleerd te raadplegen en wordt de onderlinge samenhang duidelijk.
- je collectie beter doorzoekbaar maken.
Wat is de reikwijdte van de AAT?
De kern van de AAT is objectgericht en verreweg de meeste termen in de AAT beschrijven objecten. Het gaat hierbij wel om objecten in de aller breedste zin van het woord. Je kunt er bijvoorbeeld ook onderwerpen mee beschrijven die je op foto’s of in boeken tegenkomt. De overige termen in de AAT beschrijven aspecten van de objecten, bijvoorbeeld hoe een object gemaakt is of waarvan het gemaakt is.
De AAT bevat geen eigennamen. Bijvoorbeeld geen kunstenaarsnamen, geen geografische namen, geen iconografische thema’s en geen namen van gebeurtenissen. Hiervoor staan andere bronnen en termenlijsten tot je beschikking, zoals RKD-artist, GeoNamens, Union list of Artist Names (Getty) en Iconclass. Ook kun je een eigen termenlijst aanleggen, aanvullend op de AAT.
Hoe kun je de AAT gebruiken?
Het is belangrijk om de AAT en de structuur ervan te leren kennen en hier grip op te krijgen. Dit kun je doen door op de website van het Getty Institute de boomstructuur te doorzoeken en te bekijken. Ook kun je in Memorix Maior eenvoudig op het i-icoontje klikken en de AAT doorzoeken om te zien welke termen er beschikbaar zijn.
Het is belangrijk om goed na te denken over je aanpak, maar hoe je de AAT het beste kunt gebruiken verschilt per collectie en per instelling. Collectieregistratie is namelijk maatwerk. Enkele tips en vragen die je jezelf daarbij kunt stellen zijn:
- Hoe bruikbaar is je eigen trefwoordenlijst?
- Hoe toepasbaar is de AAT voor je collectie?
- Maak slimme combinaties met je eigen trefwoordenlijst.
- Denk na over de combinatie van collectienaam, deelcollectienaam, objectnaam en gecontroleerde objectnaam.
Erfgoed Brabant is daarbij graag bereid om mee te denken over een efficiënte werkwijze en optimale collectie-ontsluiting en toegankelijkheid.
Bekijk de hele sessie in de onderstaande video:
Er is ook een download van de presentatie beschikbaar.
Mail voor vragen naar annettegaalman@erfgoedbrabant.nl. Laat het ook weten als je behoefte hebt aan een werkgroep om hierover verder uit te wisselen, want dan gaan we dit opzetten.