In de vorige blogpost doken we in de techniektrefwoorden die de Brabant Clouddeelnemers in gebruik hebben en hoe die vervangen kunnen worden door termen uit de Art & Architecture Thesaurus (AAT). In deze blog onderzoeken we op eenzelfde manier het gebruik van de velden Objectnaam en Objectnaam (AAT) uit de entiteit Objecten in Memorix Maior, waarin je vastlegt wat de benaming voor het object is. We gaan kijken hoe de we de trefwoorden uit het veld Objectnaam door termen kunnen vervangen in het veld Objectnaam (AAT).
In de blog wordt met ‘(objectnaam)trefwoorden’ bedoeld: waardes die zijn ingevuld of dienen te worden ingevuld in het veld Objectnaam. En met ‘(objectnaam)termen’ wordt bedoeld: waardes die zijn ingevuld of dienen te worden ingevuld in het veld Objectnaam (AAT). De techniektermen zijn in Memorix Maior termen uit de Art & Architecture Thesaurus (AAT). Wil je weten wat een term is, wat de AAT precies is en hoe je deze kunt gebruiken? Op onze helppagina ‘Aan de slag met termen en termenlijsten’ leggen we uit wat termen zijn en laten we per beschikbare termenlijsten in Memorix Maior zien hoe je deze kunt gebruiken.
Objectnamen in cijfers
In juni 2023 hebben we een nulmeting uitgevoerd naar het trefwoorden- en termengebruik van onze deelnemers in Memorix Maior. Hieruit bleek dat op dat moment 8.144 verschillende trefwoorden in het veld Objectnaam in omloop waren en die trefwoorden werden samen in totaal 73.621 keer gebruikt om een object te benoemen. Er waren veel minder termen in het veld Objectnaam (AAT) in gebruik, namelijk 1.005 termen die in totaal 5.684 keer gebruikt werden. Net als bij de materialen en technieken uit de vorige blogposts zijn er veel meer trefwoorden dan termen in gebruik. En ook hier geldt dat voor alle trefwoorden een doorgaans geschikte term te vinden is in de AAT. Kijk je bijvoorbeeld naar het vaakst voorkomende trefwoord ‘schets’ dan kun je dat vervangen door de AAT-term schetsen (beeldende werken). En het trefwoord dat door de meeste deelnemers wordt gebruikt, is ‘schilderij’ en dat is door de AAT-term schilderingen te vervangen. Zouden de instellingen inderdaad deze trefwoorden door termen vervangen, zouden ze gelijk voor duizenden objecten het aantal mogelijkheden om een object of informatie terug te vinden aanzienlijk uitbreiden.
Een nieuwe hulplijst met adviestermen online
Ook voor de objectnamen hebben we een hulplijst gemaakt, waarin je de honderd meestgebruikte trefwoorden voor objectnaam kunt opzoeken. Per trefwoord is genoteerd door welke AAT-term je deze kan vervangen. De lijst is bedoeld als hulpmiddel en om te laten zien hoe je trefwoorden door termen kunt vervangen. Deze lijst met de trefwoorden en adviestermen voor de objectnamen is op ons Helpportaal te bekijken en hier staat ook per kolom uitgelegd welke informatie je er kan vinden.
6 tips voor het zoeken en vaststellen van de juiste term(en)
Je kunt er niet omheen: het kost tijd om de AAT te leren kennen en om te leren hoe je in de AAT moet zoeken. Na het lezen van de blogs over de materiaaltermen en de techniektermen, zal het duidelijk zijn dat er daarbij doorgaans zes uitdagingen zijn bij het zoeken en vaststellen van de juiste (advies)term:
- Neem de tijd
Zelfs voor gelijknamige termen kan het tijd vergen om de juiste term te vinden. Bijvoorbeeld het trefwoord ‘document’ is één op één over te zetten naar de term documenten, maar omdat er vele documentsoorten en samengestelde woorden met daarin ‘document’ in de AAT voorkomen moet je wel de tijd nemen om je zoekresultatenlijst door te kijken. - Pas op voor dubbelgangers
Er zijn bijvoorbeeld woorden, zoals bus, die meerdere betekenissen kunnen hebben. In de AAT zie je dit terug doordat bussen twee keer als term is opgenomen in de AAT met tussen de haakjes ( ) de verduidelijking: bussen (houders) en bussen (voertuigen). - Wees je bewust van de voorkeursschrijfwijze
De AAT hanteert het meervoud als voorkeursterm bij objectnamen. In de hulplijst zie je dat het trefwoorden vaak als enkelvoud wordt genoteerd, zoals ‘document’, ‘cartoon’, ‘bus’, ‘gebedenboek’, ‘gravure’ en ‘insigne’. In het veld Objectnaam (AAT) zal echter komen te staan documenten, spotprenten, bussen (houders), gebedenboeken, gravures en insignes (emblemen). Wel wordt in de AAT bij de objectnamen het enkelvoud als alternatieve benamingen genoteerd en daarom kun je deze vorm gewoon gebruiken om de AAT op te doorzoeken. Toch is het handig om je van deze schrijfwijze bewust te zijn, zodat je weet naar welke term je opzoek bent.
Nadat je in de AAT hebt gezocht naar alle termen die in aanmerking komen, moet je daarna de juiste term vaststellen. Daarbij is de context van het object essentieel om het trefwoord te begrijpen. Zo kan het trefwoord ‘gevechtsbepakkingssysteem’ verwijzen naar een rugzak voor militairen, waarvoor de term gevechtstassen bestaat. Het kan echter ook verwijzen naar de term persoonlijke standaard uitrustingen van militairen, waarbij we wel adviseren om het trefwoord ‘gevechtsbepakkingssysteem’ te combineren met de term. In de lijst zie je dit terug doordat in het veld met de adviesterm of in het opmerkingenveld wordt aangegeven dat er ook alternatieve termen zijn om uit te kiezen. Het is dan zaak om de beschrijvingen van de adviestermen te lezen om te bepalen welke term voor jouw object van toepassing is.
Maar het kan ook voorkomen dat een trefwoord niet één op één overeenkomt met een term en dan moet je dieper in de AAT duiken en de velden in Memorix Maior goed te combineren:
- Ga opzoek naar de passende objectnaam
Wat als het gebruikte trefwoord geen objectnaam is? Bijvoorbeeld voor het trefwoord ‘metrologie’ is een gelijknamige term in de AAT te vinden, maar dit is een onderwerp en geen objectnaam. Probeer in dat geval te benoemen welk soort object het betreft. In de hulplijst is geprobeerd om als adviesterm de objectnaam te geven die hier waarschijnlijk wordt bedoeld. Zo is de adviesterm bij metrologie ‘meteorologische instrumenten’. - Kies een bredere term en combineer AAT-termen en/of Memorixvelden
Wat als het specifieke trefwoord niet als term bestaat? In dat geval kun je een bredere of algemenere term kiezen om je object mee te beschrijven. Kijk daarbij of je verschillende AAT-termen en/of Memorixvelden met elkaar kunt combineren om het object goed te beschrijven. Bijvoorbeeld het trefwoord ‘Carnavalskrant’ bestaat niet in de AAT, maar de bredere term seriepublicaties Toch bevat het trefwoord Carnavalskrant zulke specifieke informatie, dat dit wel zinvol is om in de collectieregistratie op te nemen. Het geeft veel betekenis aan de objectbeschrijving. In die gevallen wordt in de hulplijst als advies meegegeven om het veld Objectnaam (AAT) te combineren met een ander veld in Memorix Maior. Zo wordt geadviseerd de term seriepublicaties te combineren de term carnaval in het veld Onderwerp (AAT) in te voeren. Maar je kunt ook verschillende AAT-termen combineren. Zo is het advies bij het trefwoord ‘poffer’ om in het veld Objectnaam (AAT) de termen hoofddeksels en streekdracht te combineren en om het trefwoord ‘poffer’ te behouden in het veld Objectnaam. De velden in Memorix Maior zijn dus bedoeld als aanvullingen op elkaar: vul bij voorkeur een term in het AAT-veld in. Is er geen passende (specifieke of bredere) AAT-term beschikbaar, vul dan een eigen gekozen trefwoord in. - Kijk of je het object kunt duiden
Wat als het trefwoord niet specifiek genoeg is? Het trefwoord ‘vermaak’ is een onderwerp en geen objectnaam, maar het is ook niet duidelijk genoeg welke objectsoort beschreven wordt. Dus is het niet mogelijk om een adviesterm of om verschillende alternatieve termen te geven. Probeer dan of je het object iets verder kunt duiden. Kun je bijvoorbeeld vaststellen of de term kunstmatige objecten of een natuurlijke objecten van toepassing is? Of kun je benoemen tot welke categorie dit object behoort? Bijvoorbeeld: beeltenis, gereedschap, papierwerk, kleding of wapen et cetera? Kies hierbij voor de meest specifieke term die het object correct beschrijft (bijvoorbeeld hamers (gereedschap)). Weet je niet zeker wat voor een soort object het is, kies dan liever voor een algemenere term (bijvoorbeeld gereedschap) waarvan je zeker weet dat die op het object van toepassing is.
Dit alles maak eens te meer duidelijk dat het tijd, geduld en zorgvuldigheid vraagt om de AAT en de door ons gemaakte hulplijst te leren kennen en te gebruiken. Daarbij is het zeer belangrijk om altijd per trefwoord goed te controleren of de (geadviseerde) term voor jouw object van toepassing is. Bekijk daarvoor de beschrijving van de term in het Termennetwerk of Getty. De context van het object is namelijk essentieel om te kunnen bepalen welke term het meest geschikt is. En hierbij creëer je meer mogelijkheden om je object zo correct mogelijk te beschrijven door AAT-termen en Memorixvelden slim te combineren.
In de blogs hebben we nu ingezoomd op de materiaalvelden, techniekvelden en objectnaamvelden in Memorix Maior, maar ook in de velden Type Document (AAT) en Onderwerp (AAT) kun je een koppeling maken naar de AAT. Meer daarover in een volgende blogpost.