De termenlijst Brabantse gebouwen krijgt steeds meer vorm. De kloosters zijn zo goed mogelijk uitgewerkt. Hoe de termenlijst die we tot nu toe hebben tot stand is gekomen en hoe we de informatie in de lijst vastleggen lees je in het vorige blog.
Maar wat doen we als twee bronnen elkaar tegenspreken? Waar kan ik terecht als er belangrijke informatie ontbreekt? Hoe weet ik zeker dat de informatie op internet klopt? Het antwoord is simpel; zoek verder dan alleen het internet.
Uren door alle archieven in Brabant spitten is natuurlijk onmogelijk. De oplossing ligt gelukkig voor de hand. Schakel een hulplijn in. Want wie weet er nou meer over kerken, kloosters en kapellen in een bepaalde streek of regio dan de mensen die er wonen! Vanaf augustus 2022 zijn we daarom gestart met de pilot 'Verbeteren op lokaal niveau', waarbij we lokale erfgoedinstellingen vragen of zij onze termenlijst willen verbeteren en aanvullen. In dit blog lees je wat de pilotprojecten inhouden
Het ontstaan van de pilotprojecten
Voordat de lokale erfgoedinstellen termenlijst kunnen verbeteren is het belangrijk om te weten wat een termenlijst is en welke informatie er in deze lijst wordt opgenomen. Pas wanneer dit duidelijk is kunnen de lokale erfgoedinstellingen inhoudelijk aan de slag met de termenlijst 'Brabantse Gebouwen'. Om erachter te komen op welke manier we de deelnemers het beste kunnen voorbereiden, hebben we pilotprojecten georganiseerd.
Door de pilotprojecten uiteindelijk zowel intern als met de deelnemende instellingen te evalueren zijn we tot een methode van 'Verbeteren op lokaal niveau' gekomen waar beide partijen, zowel wij als de lokale erfgoedinstellingen, mee aan de slag kunnen.
‘Verbeteren op lokaal niveau’
Oké, het is dus belangrijk om de lokale erfgoedinstellingen te betrekken, maar hoe gaat dit precies in zijn werk? We hebben een aantal deelnemers benaderd om deel te nemen aan de pilotprojecten: Heemkundekring 'Land van Ravenstein', Heemkundekring Amalia van Solms, Heemkring 'Molenheide', Heemkundekring "De Kommanderij Gemert" en Heemkundekring Made en Drimmelen. Deze instellingen zijn gekozen, omdat we de religieuze gebouwen in deze regio’s al ver hadden uitgewerkt.
Ter voorbereiding op ons bezoek sturen we de deelnemers twee documenten. Het eerste document geeft een overzicht van de religieuze gebouwen die we al hebben uitgewerkt. Het tweede document geeft een uitleg van alle informatievelden die kunnen worden ingevuld. Op deze manier hebben deelnemers voor onze komst al een indruk van de informatie die wij zoeken en van de religieuze gebouwen die al in de lijst opgenomen zijn. Met deze documenten kunnen zij gericht geïnteresseerden uitnodigen en boeken klaarleggen.
Eenmaal op locatie beginnen de pilotprojecten met een presentatie over wat termenlijsten zijn, op welke manier deze passen bij de Brabant Cloud-infrastructuur, waarom ze van belang zijn voor het ontsluiten en bewaren van ons erfgoed en tot slot waarom we een eigen termenlijst 'Brabantse gebouwen' aanleggen. Meer informatie over het ontstaan van de termenlijst en de opzet ervan lees je in het tweede blog uit de blogreeks 'Vinden door te Verbinden'.
Na de algemene inleiding is het tijd om naar de lokale situatie te kijken; het verbeteren op lokaal niveau. In dit deel van de startbijeenkomst draait het om de vraag: Hoe kan de deelnemende instelling helpen met het aanvullen en verbeteren van de lijst? Een simpel antwoord hierop is: informatie aanleveren. In het programma Wikibase hebben we maar liefst 28 velden om in te vullen voor een gebouw. Dat is niet niks! Daarom nemen we deze informatievelden altijd even gezamenlijk door.
Bij het invullen van informatie komt er nog een belangrijk element kijken, de bronvermelding. Zonder bron is er geen informatie. "Van horen zeggen" is helaas niet genoeg, omdat we dit niet kunnen controleren. Ook wanneer informatie in de termenlijst foutief ingevuld blijkt te zijn is het goed om de bron te hebben. Op deze manier vorm je namelijk een kritische blik ten opzichte van een bron. Het voorkomt dat je de volgende keer de informatie meteen klakkeloos overneemt.
Met het tonen van onze 'Brabantse Gebouwen' termenlijst worden de deelnemers echt enthousiast. Onderling ontstaat er geroezemoes over de inhoud van de lijst. Bij Heemkundekring Amalia van Solms worden er boeken uit de kast getrokken ter controle, in Gemert ontstaan er her en der wat kleine discussies over de inhoud en in Made worden er religieuze kenners van de heemkundekring bij gehaald. Het enthousiasme en de interesse van de heemkundekringen laat zien waarom we ervoor gekozen hebben om fysiek bijeen te komen in plaats van digitaal.
Aan de slag met Heemkundekring "De Kommanderij" Gemert
Na de presentatie is het aan de lokale erfgoedinstellingen om aan de slag te gaan. Dit kan op verschillende manieren. Sommigen kiezen ervoor om met een vast werkgroepje op onderzoek uit te gaan en anderen betrekken de lokale gemeenschap.
Een mooi voorbeeld hiervan is Heemkundekring "De Kommanderij Gemert". Zij organiseerde geheel op eigen initiatief een gezellige avond en ochtend om met dorpsgenoten onder het genot van koffie en thee op onderzoek uit te gaan. Met een oproepje in de krant, op sociale media en in hun heemblad werden mensen uitgenodigd om te komen helpen. Op deze manier werd ook de hulp ingeroepen van mensen buiten de heemkundekring.
De heemkundekring heeft zowel in de ochtend als in de avond een bijeenkomst georganiseerd, zodat ook mensen die ’s avonds niet graag over straat gaan de bijeenkomst kunnen bijwonen. Bij de bijeenkomst stonden boeken, computers en formulieren klaar om aan de slag te gaan. Door de invulformulieren uit te draaien kreeg iedereen de mogelijkheid om mee te doen, ook mensen die minder digitaal vaardig zijn. Het resultaat van deze ochtend en avond mogen er zijn. Zo gingen we uiteindelijk met drie volle mappen informatie naar huis. Kortom, zowel voor ons als de deelnemers een geslaagde bijeenkomst!
De opbrengst van de pilotprojecten tot nu toe
De opbrengst van deze trajecten laat zien dat wij het niet alleen kunnen. De informatie die wij zoeken ligt verscholen in de archieven van lokale erfgoedinstellingen en in de hoofden van hun leden. Hun hulp is dus onmisbaar!
Tot nu toe hebben de pilotprojecten 30 nieuwe gebouwen opgeleverd en is de informatie van 32 gebouwen verbeterd. Dit aantal loopt nog op. De verbeteringen en aanvullingen worden namelijk allemaal handmatig door ons team ingevoerd. Er gaat dus enige tijd overheen voordat alles is aangepast. De komende maanden gaan we verder met het verbeteren van de lijst, het uitzetten van de lijst onder deelnemers en het ontwikkelen van de pagina op Brabantserfgoed.nl. Wanneer de koppeling met Memorix Maior gelegd kan worden, dan zijn jullie uiteraard de eerste die het horen.
Lees alle blogs in deze reeks:
- De onvindbaarheid van Marinus Jan
- Over kloosters, structuur en controle. Het belang van Brabantse termenlijsten
- Brabantse kloosters als termenlijst
- Verbeteren op lokaal niveau
- Op zoek naar verbindingen tussen Brabants erfgoed
- De kracht van verbindingen: hoe termen helpen om erfgoed vindbaar te maken